Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet Overheidsaansprakelijkheid Bezettingshandelingen

 

Artikel 14
1
Indien door de rechter, bedoeld in artikel 7, is verklaard dat de Staat of een ander publiekrechtelijk lichaam niet aansprakelijk is voor de nakoming van een verbintenis, dan wel indien ingevolge deze wet een opdracht tot betaling niet wordt uitgevoerd, of indien schade ingevolge artikel 12 of artikel 13 dezer wet niet op de Staat of een ander publiekrechtelijk lichaam kan worden verhaald, kan, in geval niet volgens de Wet op de Materiële Oorlogsschaden reeds een bijdrage wordt gegeven, door de Directeur van het Bureau van het Commissariaat voor Oorlogsschade op daartoe door degene, die de schade lijdt, gedaan schriftelijk verzoek, overeenkomstig door Onze Minister van Financiën te stellen richtlijnen worden beslist, dat aan hem van Staatswege een tegemoetkoming zal worden toegekend. Gelijke bevoegdheid bestaat, indien, in de gevallen bedoeld in de artikelen 1, 2, 3 en 4, de wederpartij van de Staat of van het andere publiekrechtelijke lichaam, met erkenning dat geen aansprakelijkheid van de Staat of van het andere publiekrechtelijke lichaam bestaat, zich met een desbetreffend schriftelijk verzoek heeft gewend tot de Directeur van het Bureau van het Commissariaat voor Oorlogsschade.
2
De tegemoetkoming, bedoeld in het vorige lid, wordt in geen geval toegekend, indien degene, die de schade lijdt, deze aan zichzelf te wijten heeft.
3
Indien is beslist, dat een tegemoetkoming zal worden toegekend, vinden voor het overige de bepalingen van de Wet op de Materiële Oorlogsschaden toepassing.
4
Artikel 89, leden 1, 2, 3, 4, 6 en 7 van de Wet op de Materiële Oorlogsschaden is ten aanzien van de ingevolge het eerste lid genomen beslissingen van overeenkomstige toepassing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •